CONCEPTUEEL MODEL

Bij conceptueel model laat ik het proces van mijn model zien waar mijn gedachtegoed tot uiting komt. 

Tijdens het tweede thema van de minor ben ik mijzelf verder gaan verdiepen in mijn expert onderwerp, door informatie op te zoeken (zie inzichten). O,a, heb ik gekeken naar verschillende modellen en deze naast het model van Treacy & Wiersema gelegd om te kijken hoe ze kruisen met elkaar. Verder hebben ik een aantal modellen deels gebruikt voor het maken van mijn eigen conceptuele model.

Vanuit de modellen van Ajzen, BosenMeer en het onderzoek van Arendt, heb ik zelf een conceptueel model gemaakt. 

Eerst ben ik gaan kijken wat voor informatie ik heb en wat ik daaruit concluderen kan.

Vanuit Ajzen het groepsdruk aspect, aldus de sociale omgeving van iemand die invloed heeft (Stimulus). Vanuit Arendt zijn onderzoek beïnvloeding door de massasamenleving. Wat doet de meerderheid.

Verder in het model van Ajzen wordt er weergegeven dat intentie zorgt voor een bepaald soort gedrag. Zelf denk ik dat intentie niet perse gelijk voor gedrag zorgt, maar dat hiervoor nog veel kan gebeuren waardoor je intentie beïnvloed kan worden of kan veranderen.

Daarnaast het model van Bos en Meer gaf heel mooi weer het willen, kunnen en durven van iets en de vrijheid die iemand daar omheen heeft. Het vrijheidsaspect heb ik niet meegenomen in mijn eigen model omdat ik dit persoonlijk lastig vond om te verwoorden in een voorbeeld. Daarnaast is vrijheid aspect afhankelijk van bijv. cultuur, leeftijd etc.. In hoeverre jij zelf besluit of het nemen van besluiten aan je ouders is.

FASE 1 MODEL

In het eerste model hieronder was ik er vanuit gegaan dat de sociale omgeving de intentie van een persoon beïnvloed. Aan de hand van de intentie en het gewenste gedrag binnen sociale omgeving ga het persoon een keuze maken -> de overwegingsfase. Vanuit de overwegingsfase maak het persoon een keuze.

Toen heb ik nagedacht, de intentie van een persoon en de sociale omgeving voeren eigenlijk een soort wisselwerking uit. Het kan beide kanten opgaan jij wordt beïnvloed door je sociale omgeving maar jouw sociale omgeving kan ook beïnvloed worden door jouw. Daarnaast door het V5 model weet ik dat het willen, kunnen en durven ook een rol speelt.

FASE 2 MODEL

De intentie is wat jouw voornemen is. De sociale omgeving heeft invloed op jouw maar het werkt ook andersom. (goed voorbeeld doet volgen) Deze invloed kan positief of negatief zijn. Door de beïnvloeding van de sociale omgeving ga je als persoon een overwegingsfase door. In de overwegingsfase bekijk je jouw situatie en maak je een weloverwogen besluit. Dit besluit zal bestaan uit een aantal vragen aan jezelf, wil, kan en durf ik het zo te doen. De keuze is het gevolg van jou overweging.

FASE 3 MODEL

In Fase 3 van het model zie je dat kunnen, durven en willen is verplaatst in een driehoek zoals uit het oorspronkelijke model (5V model zie onder het kopje inzichten). Voor mij persoonlijk leek het duidelijker op deze manier.

VOORBEELD

Jij wilt afval gaan scheiden, maar je hebt dit van huis uit nooit meegekregen. Je ouders zien het nut er niet van in, Aan de hand hiervan ga je de overwegingsfase in. Durf ik uit de comfortzone te komen van mijn opvoeding? Wil ik bijdragen aan een stap in de goede richting voor het milieu? Kan ik in mijn huidige situatie mijn afval scheiden? (stel je woont nog thuis)

Aan de hand van de vragen willen, kunnen en durven maak je een keuze. 

Positief beïnvloeden?

Mensen zijn dusdanig beïnvloedbaar dat als er op de juiste manier op die beïnvloeding kan worden ingespeeld er misschien wel een positieve keuze uitkomt. Eigenlijk een soort van vriendelijk duwtje in de milieuvriendelijke/bewuste richting.

Tijdens de presentatie van dit conceptueel model gaf mijn docent aan mij waar deze beïnvloeding vervolgens plaats zou moeten vinden volgens mij. Dit heeft mij aan het denken gezet. Hierdoor heb ik het model nog wat aangepast, omdat ik dit wel een goede vraag vond.

Externe beïnvloeding kan zijn iets wat jij als persoon waarneemt en meeneemt in je overweging. Uiteraard kan het ook een persoon zijn die buiten jou sociale omgeving zit. Maar in hoeverre je geneigd bent omdat mee te nemen in je overweging is voor mij onduidelijk. Vermoedelijk zal dit ook weer verschillend zijn per persoon.